Meisjes

Meisjes: Een groep apart

Over het algemeen beheersen hoogbegaafde meisjes de complexe sociale vaardigheden die nodig zijn om met hoogbegaafdheid om te gaan in grotere mate dan hoogbegaafde jongens. Ze kunnen als een kameleon opgaan in de omgeving door te doen alsof ze minder capabel zijn dan ze in werkelijkheid zijn en daardoor onzichtbaar worden. Reeds op vierjarige leeftijd kunnen ze in de ‘verstopmodus’ gaan. Deze aanleg van meisjes voor sociale aanpassing verhindert vaak de signalering van hun hoogbegaafdheid, hetgeen de ontwikkeling van hun talenten remt.

Er lijken drie kritieke periodes in de ontwikkeling van hoogbegaafde meisjes te zijn waarin hun hoogbegaafdheid een bijzonder risico loopt: de kleuterjaren (groep 1 en 2), groepen 5 en 6 van het basisonderwijs en de eerste twee jaar van het voortgezet onderwijs. Hoogbegaafde meisjes verbloemen vaak hun vaardigheden uit angst om afgewezen te worden door hun leeftijdsgenoten. Ze passen hun gedrag aan de sociale normen van de groep aan. Waar jongens volgens haar op allerlei manieren (negatieve) aandacht kunnen gaan trekken en daardoor sterk zichtbaar kunnen zijn, gebruiken meisjes hun talenten vaker om sociaal geaccepteerd te worden. Daarnaast is het opvallend dat meisjes die leiderschap durven laten zien structureel als bazig worden omschreven, terwijl jongens voor diezelfde karaktertrekken worden geprezen.

Academisch gezien zijn getalenteerde meisjes meestal vroegontwikkelde lezers. Te vaak wordt het vroege lezen van hoogbegaafde meisjes door leerkrachten afgedaan als het louter onthouden of decoderen zonder begrip en geloven zij niet dat dit een signaal kan zijn dat een meisje klaar is voor de kleuterschool. Vervroegde instroom op school is misschien de enige manier om te voorzien in de academische behoeften van hoogbegaafde jonge meisjes.